In het projectatelier werkt de student discipline overschrijdend. Dit atelier slaat m.a.w. een brug tussen verschillende ateliers. De student werkt een projectvoorstel uit die hij/zij in het projectatelier of in samenwerking met een ander atelier uitvoert. De student kan, mits goedkeuring en in samenspraak met de verantwoordelijke vakleraar van een atelier, een specifiek project binnen een afgesproken periode uitvoeren. De wekelijkse dialoog met de leraar uit het projectatelier en de gesprekken tussen de studenten onderling, dragen bij tot de structuur van het parcours.
De student start vaak met voorstudies. De tekening blijft het instrument bij uitstek om beeldend inzicht te verwerven. De student houdt een schetsboek/procesboek bij en verzamelt documentatie over het gekozen onderwerp. De student ontwikkelt vooral een eigen methodiek en wordt individueel of in groep begeleid bij het realiseren van het project. De leraren ondersteunen en volgen het proces op, elk vanuit hun eigen artistieke discipline. De student leert denken en spreken over werk én proces. Vanuit het atelier worden er lezingen met kunstenaars georganiseerd die hun werk en proces eveneens toelichten. De student wordt zo dicht bij de kunstactualiteit betrokken.
Projectgericht werken is een individueel traject van keuzes maken en van verdieping.
Het proces treedt op de voorgrond en wordt gelijkwaardig benaderd als het resultaat.
De context van een ruimte speelt soms een rol bij het ontwikkelen van een project.
Door een ingreep te doen in een specifieke ruimte versmelten werk en ruimte samen tot een geheel.